2zones internet café

Al heel snel spraken we een breed publiek aan: jongeren die nog vlug iets moesten printen, toeristen en passanten, zakenlui, mensen van middelbare leeftijd die thuis (nog) geen pc wilden, of liever alles eerst even uittestten.

Er waren ook jongere kerels die alleen maar wilden gamen, een cd wilden maken, of veel oudere mensen die al hun moed bijeenraapten om hun computervrees te overwinnen. Soms ging dat best schoorvoetend, maar we hadden daar zo onze eigen methode voor: Mag ik uw naam alstublieft? – Ja, maar, ik snap daar geen sikkepit van. – Geen probleem, hier is de startknop… Stukje voor stukje bouwden we dan hun zelfvertrouwen op. Vaak peilden we naar de hobby van de beginnelingen, en gebruikten we die hobby van hen als insteek. Horoscopen bijvoorbeeld, dan lieten we hen eerst websites opzoeken over astrologie. Of tuinieren, of motorcross. Je kunt het zo gek niet bedenken, of er bestond/bestaat wel een website over. Eigenlijk is iedereen met iets heel waardevols bezig. Dat brein van ons kan immers niet halt houden. Zo kijk ik tegenwoordig ook naar mensen als ik op straat loop. Ik probeer me voor te stellen wat hen allemaal bezig houdt, en dan denk ik: wat een aandacht, wat een energie, wat een belangstelling, al die mensen bij elkaar. Ik vind dat een zeer hoopgevende gedachte. In feite verkochten we aandacht aan neofieten. Met mooie resultaten: vaak kregen we na een uurtje al bijzonder tevreden blikken. Bovendien had zo’n internetcafé als het onze het grote voordeel dat je er nooit alleen bent. Als je klem zit, is er altijd wel iemand die je verder kan helpen. Servicegericht, zonder te betuttelen. Want een heilige regel was: de klanten alles zelf laten doen. En dus raakten we de computermuizen of de toetsenborden nooit aan. Dat hoorden de klanten zelf te doen, zo leerden ze het snelst bij.

Mensen die lang cursus gevolgd hadden elders, bakten er dikwijls veel minder van dan mensen die zonder enige voorkennis bij ons binnenwaaiden.

Toen we na een poos de zaak sloten, waren er werkelijk klanten die zich verweesd en ontheemd voelden: waar moesten ze nu naartoe? En als ik door de stad loop, kom ik nog altijd mensen tegen die vroeger naar het internetcafé kwamen. Dan krijg je een waarachtig thuisgevoel – want al die vroegere klanten zijn een stukje familie gebleven.